top of page
Search
koenmijnheer8

TOPSPORTER AAN DE ACHTERKANT VAN HET LEVEN

Door zijn ernstige ziekte moet Joop van der Laan (67) het doen met een fluisterstem. Wat hij zegt gaat soms verloren in dagelijks rumoer. Er gebeurt zoveel in zijn hoofd en gedurende zijn hele leven heeft hij zijn gedachten, meningen en observaties gedeeld. Maar als hij nu het podium wil, wordt hij soms overlopen door het geluid van een auto in de straat. Hij wordt niet gehoord. Zo verdwijnt zijn boodschap in het luchtledige en dwars tegen z’n natuur in laat hij dat zo.


Het gevoel hebben in jezelf opgesloten te zitten met al je ideeën. Hij kan ze niet meer kwijt, of in elk geval veel minder. Z’n kleine meisje (7 nog maar) is de enige die hem altijd hoort. Als zij in de voorkamer zit en hij fluistert wat vanuit z’n bed in de achterkamer, staat ze in geen tijd voor z’n neus. Om een kopje koffie te zetten of papa te ondersteunen als hij naar het toilet moet.


Logopedie moest-ie hebben voor z’n stem. Want leven zonder stem? Hij dankt er zo ongeveer z’n bestaan aan. Bij z’n geboorte werd hij min of meer terzijde geschoven, hij zou het niet halen. Maar de kleine man kraaide en kraaide. Zo redde hij het en zo deed hij het de rest van z’n leven als ambtenaar (van de burgerlijke stand ook), als omroeper, verslaggever, schrijver, áltijd moest hij zich uiten.


Vanaf het voorjaar ligt hij in bed. Elke keer als we komen, heeft hij een jasje uitgedaan. Hoeveel jasjes heeft hij nog? Pas zat de dokter aan z’n bed en het gesprek moest het gaan over zijn ziekte. Ze wilde alles van hem weten en hij kon alleen maar huilen. Zó direct, zo confronterend was het allemaal. Terwijl hij het vertelt, rolt er een traan over z’n wang. Het is de eerste keer dat ik hem zie huilen. Huil maar vent.


Zijn vrouw doet wat ze als geen ander kan: zorgen, liefhebben en dochterlief opvoeden. Ze kijkt al maanden toe hoe hij langzaam maar zeker inlevert. Het perspectief is het hier en nu. Genieten van momenten, want verderop? Ze moet er niet aan denken. In het nu blijven dan maar. Koesteren wat je nu samen hebt.


Topsport, dat is het. Vanaf de geboorte zijn we gedoemd te sterven. ‘’We zijn vanaf dag één terminaal,’’ zei iemand. Maar dat is te eng gedacht. Dit proces van weken, maanden, een jaar? Het is ontdaan van licht dat ergens voor je schijnt. Het is amper menswaardig en tegelijk is (het) leven (soms) een strijd. Een ongelijke strijd, maar strijden doet hij, ook al is zijn wisselgeld nagenoeg op. Géven, blijven geven. Als een Tourrenner op de laatste col.


Dat doet z’n vrouw ook. Samen zijn ze sterk(er), maar pas nog - op zijn verjaardag - spetterde het even. Toen was de maat vol, was er onmacht, kwaadheid en waren er ook tranen. Hij heeft het woord onrecht nooit willen gebruiken, maar wat is het een taaie reis. En de tussenstations worden ook kleiner en kleurlozer, lijken in de mist te verdwijnen.


Voor z’n kleine meisje heeft hij een doos gemaakt. Er staat 'papa' op. Hij heeft er brieven in gedaan en kaarten die hij voor haar toekomst schreef. Op sommige punten heeft hij zijn eigen schrijfsels al overleefd. Ze haalde haar zwemdiploma en hij was er nog getuige van! De kaart blijft in de doos. Pas nog wilde een vriendje de doos gebruiken om mee te spelen. Maar dat ging niet door. ‘’Die is voor papa’’, bitste ze.


In het boek ‘’De jongen, de mol, de vos en het paard’’ heeft hij boodschappen geschreven voor haar. Om haar moed in te spreken voor als hij er niet meer is. Om haar te zeggen dat ze mag durven, mag dromen en haar vleugels mag uitslaan. Dat ze mag vertrouwen op zichzelf. Straks is alleen mama er nog. Die verdient minstens zo’n herinneringsbox, want wat een kanjer is zij. Daar mogen ook hartjes van liefde op, net als op die van hun meisje.


Zo gaat de ene dag over in de volgende. Straks is het kerstmis. Het is al een mirakel dat ze het halen met z’n drieën. Ergens zal hij moeten afhaken. Z’n meisjes moeten het dan alleen doen. Wanneer? Hij weet het niet. Als je je grenzen al zo verlegd hebt, kom je ergens in het schemergebied van niet meer goed kunnen redeneren. Tegen de pijn in houdt hij de hoop om een momentje van houvast. ‘’Wat heeft jullie bezoek ons goed gedaan,’’ appt hij als we thuis zijn.


Ons ook man. Je bent de hoop in levende lijve. Je bent het licht. Zolang je kunt blijven geven is er houvast. Dankjewel voor wat je geeft.


7 views0 comments

Comentarios


bottom of page