top of page
Search
koenmijnheer8

IN IEPER STAAT WO I ELKE DAG OP DE AGENDA

Ieper. Ruim honderd jaar na de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog zijn de littekens op het eerste gezicht niet te zien. Ze zijn te voelen. Mannen in Schotse kilts slaan elkaar op de schouder. Het is laat in de middag en ze drinken bier op het terras. De tafel staat vol met bollekes, ze spreken luidkeels. De konen zijn rood. De verhalen sterk.


De herfstzon trekt een doorzichtig laken van strijklicht over de markt. De terrassen zijn goed gevuld. Lokale mensen, toeristen en mannen in uniformen. Straks, over een paar uur komen ze samen bij de Menenpoort aan de oostkant van het centrum. Daar marcheerden in ‘14-‘18 tienduizenden mannen hun noodlot tegemoet.


Het stadje Menen, ruim twintig kilometer verderop was in handen van de Duitsers. In het niemandsland tussen Ieper en Menen werden legers afgeslacht. Vanavond om acht uur wordt voor hen in de Menenpoort The Last Post geblazen. Zoals elke avond sinds april 1928. In regen, wind, zomer, herfst, winter en lente. In kou in warmte. Avond aan avond. Elk etmaal klinkt uit de klaroenen de eresaluut voor gedode, vermiste militairen uit de Eerste Wereldoorlog.


Om zeven uur, een uur voor de ceremonie, staat er een plukje mensen in de Menenpoort. Eén man staat alleen. Uit Buggenhout komt hij, vlak bij Dendermonde. Ronny Van Schoor (62) komt gemiddeld twee keer per jaar naar Ieper gereden voor The Last Post. Zijn overgrootvader was militair in de

Eerste Wereldoorlog. Hij praatte er nooit over. Elk jaar op 11 november – de dag waarop de geallieerden en het Duitse Rijk de wapenstilstand tekenden in 1918 – spoelde hij zijn donkerste gedachten weg met veel bier.


Ronny nam eerder zijn eigen zoon al eens mee naar Ieper en ook zijn directe collega’s van Bpost, de Belgische variant van PostNL. Daar werkt hij als knowledge manager. Hij deelt, beheert en gebruikt de kennis en informatie van de organisatie. Daar hadden ze destijds in de loopgraven nog nooit van gehoord.


Nu is hij weer in Ieper om met zijn aanwezigheid zijn eigen kleine bijdrage te leveren aan de ceremonie. ‘’Voor de vrede’’, zegt hij en hij benadrukt hoe belangrijk het is dat dit dagelijks ritueel blijft bestaan. Het is een oase van bezinning in de gekte van de wereld van vandaag.


Een man schuift aan achter ons. Hij blijkt een Britse reservist die met zijn twee kinderen van rond de tien jaar een weekend in Ieper is. Zijn zoon leert over de Eerste Wereldoorlog op school, daarom zijn ze hier. Ronny blijkt vloeiend Engels te spreken (‘’ik ben tolk’’) en geeft de jongen de ruimte om vooraan te staan, op de beste plek. Er ontstaat een geanimeerd gesprek met de vader van de jongen.

Op dit kruispunt van de geschiedenis treffen we elkaar. Hier in de Menenpoort liggen de verhalen.


Overdag raast het verkeer over de keitjes onder de poort. Het is misschien wel de symboliek van het voortschrijdende leven. Maar elke avond tussen zeven en acht gaat de poort dicht voor verkeer. Dan staat Ieper stil bij de 54.896 vermisten van wie de namen op de muren staan. Zij werden tussen het begin van de strijd en 16 augustus 1917 verzwolgen door de gruwelijke oorlog.


Daarmee staan de muren in de poort vol. Meer plek was er niet. De namen van nóg eens 31.641 vermisten staan een kilometer of dertien verderop in Passendale vermeld bij de Tyne Cot Cemetery, een Britse militaire begraafplaats. Daar zijn ook ruim achtduizend graven van militairen die nooit geïdentificeerd werden.


Vanaf eind jaren twintig van de vorige eeuw werd de dagelijkse ceremonie in Ieper opgedragen aan geallieerde slachtoffers. Vandaag de dag gaat het om álle vermisten, ook van Duitse kant. Duizenden, tienduizenden, honderdduizenden verdwenen in de strijd, verdwenen in de tijd. Bij de onthulling van de Menenpoort op 24 juli 1927 sprak veldmaarschalk Lord Plumer: ‘’Nu kan van iedereen die we hier vandaag eren gezegd worden: Hij is niet vermist, hij is hier.’’


Een snelle rekensom leert dat deze ceremonie op deze avond, 1 oktober 2022, nummer 31.641 is. Over dat getal is nog wel wat te doen, omdat The Last Post tijdens de Tweede Wereldoorlog niet hier in Ieper, maar in Londen klonk.


Vrijwilligers van The Last Post Association houden dit ritueel al bijna honderd jaar in stand. Op enig moment is een app ontwikkeld met alle informatie. Ook de namen van alle bijna 55.000 vermisten zijn er in te vinden, zoals:


Pike A.C. - 2nd Battalion Oxford and Bucks Light Infantry, son of Charles and Elizabeth Pike, Lower Mitcham, Adelaide, South Australia. Died 22/10/1914 (aged 19).


Een jongen van negentien, een kind nog van de andere kant van de wereld in een oorlog die de zijne niet is…in stof opgegaan op ‘’Flanders Fields’’.


Exact acht uur is er veel volk toegestroomd in de Menenpoort. Honderden mensen zijn stil als drie vrijwillige blazers van de Ieperse brandweer The Last Post laten horen. Het Amsterdams Gemengd Koor is deze avond te gast. Hun ‘’Flanders Fields’’ klinkt betoverend in de akoestiek van de poort. Als even later de klaroenen weer blazen, is de ceremonie voorbij.


De Britse vader met zijn kinderen neemt met een warme handdruk afscheid. Ronny Van Schoor zegt gedag en stapt in zijn auto op weg naar Buggenhout dat honderd kilometer verderop ligt. Even later dendert een auto door de verlaten Menenpoort. Die nacht begint het te regenen. Het houdt niet op voor ons vertrek de volgende ochtend. Zo was het, zo is het in Flanders Fields.


27 views0 comments

Bình luận


bottom of page