top of page
Search
koenmijnheer8

BYE BYE ERASMUS

‘’Als je meemaakt wat ik heb meegemaakt, dan weet je vanzelf wat écht belangrijk is in je leven. Daar waar je je tot dan toe hebt afgevraagd hoe dat zit, krijg je vanzelf alle antwoorden. In je diepste diepten wordt je wereld kleiner. Je beperkt je tot mensen en zaken die er echt toedoen. Al het andere lijk je uit te schakelen. Je beperkt je tot wat nodig is om te overleven. Je komt vanzelf tot de kern. Dicht bij jezelf.’’


Ze pakt een tissue van het kastje naast haar ziekenhuisbed. Ze veegt haar ogen droog en snuit haar neus. Vanuit haar kamer aan het eind van de gang (‘’zó rustig’’) kan ze een blik werpen op de Euromast. Dichterbij wordt met zwaar materieel een deel van het oude ziekenhuis gesloopt. Het symboliseert de vergankelijkheid.


‘’Ik heb gemerkt dat ik goed tegen pijn kan. Ik heb meer moeite met de stress. Ik slaap haast niet. Wat zou ik graag een hele nacht slapen. Ik ben zó moe, zo verschrikkelijk moe. ’s Ochtends om half zes vraag ik aan de verpleegkundige of de gordijnen open mogen. Ik wil het licht zien. Wéten dat er weer een nieuwe dag is.’’


We zien opnieuw emoties opborrelen. Als je weken in een tunnel geleefd hebt, is licht een weldaad. Het is leven. Het is toekomst. Als je vanuit de provincie, of waar dan ook, naar het Erasmus MC in Rotterdam wordt gebracht, dan weet je dat je medische zorg van Champignons League-niveau krijgt. En je weet ook dat het niet zonder reden is. Als je hier ligt, ben je serieus ziek. Personeel is gewend dat tal van patiënten in coma worden gehouden. Als je ‘goedemorgen’ zegt, schrikken ze. ‘’Oh ja, da’s waar ook: u praat!’’.


,,Ik heb besloten dat ik ga stoppen met werken. Ik wil alleen nog dingen doen die belangrijk zijn in m’n leven. Man, kinderen, kleinkinderen. Een handjevol vrienden. Meer heb ik niet nodig. Daar ga ik voor.’’


Ze heeft de muur van apparatuur achter zich gelaten. Ze heeft nieuwe bewondering gekregen voor verplegend personeel dat midden in de nacht haar rug kwam wassen en insmeerde met menthol, tegen de jeuk. Gewoon even liefdevol aangeraakt worden, waar elk ander contact een verbandje of een prik was voor het zóveelste infuus. Want hoe je het ook wendt of keert, er is noodgedwongen vaak meer oog voor de kwaal dan voor de mens die er aan lijdt.


‘’Een paar nachten geleden had ik het zó benauwd. Toen heeft de dienstdoende verpleegkundige opgeschaald en midden in de nacht is er nog een ingreep gedaan en ik voelde me gelijk beter. Hier worden mensen 24 uur per dag, 7 dagen in de week geopereerd. Ik heb nu gemerkt wat dat betekent. Wat die mensen allemaal doen en wat een vaklui het zijn.’’


Liefst gaat ze morgen naar huis. Niet om bijzondere dingen te doen, maar gewoon, om thuis te zijn. In je eigen omgeving, met je man. Zomaar effetjes in de tuin met de zon op je gezicht, de wind die je wangen streelt, de vogels, het ruisen van bomen, de geur van bloemen. Je eigen bed. En misschien ook wel om even te huilen. Om wat er de afgelopen weken gebeurd is. Als je langs de randen van het leven scheert, krijgt de wereld een ander perspectief. Niet alleen je lijf, ook je geest wordt opgeschud.


Via de app gekscheren we wat. Over de keren die we met manlief aten en die zíj – de afwezige – nog moet komen inhalen. Gewoon lekker eten met elkaar, de slappe lach, onzin uitwisselen, relativeren en dan weer de diepte in. Dat was zo gewoon leek, krijgt een andere lading. De vakantie in Italië, of die wel door kan gaan. Niet belangrijk. Eerst maar beter worden. Nog beter, veel beter.


Manlief heeft een dagboek gemaakt van de afgelopen weken. Voor haar, omdat ze in haar diepste dalen stukken van de film heeft gemist. En misschien heeft hij het dagboek ook een beetje voor zichzelf geschreven. Alleen aan de keukentafel. In een stil huis. Het had zomaar… Nee, ze komt weer thuis. Dat is wat er écht toedoet.


69 views0 comments

Comments


bottom of page