top of page
Search
koenmijnheer8

BENT U MIJN OUDE SPORTLERAAR? NEE, DAT KÁN NIET...

Zo af en toe duikt er een foto van hem op. En een herinnering/anekdote. Dat doet goed. Je wortels kunnen letterlijk onder de grond verdwijnen. Uit het zicht. En tegelijk zijn ze zó sterk dat ze altijd houvast bieden. Ze zijn onderdeel van je fundament.


Hij overleed toen ik zeventien was. Ik was - en ben misschien nog wel een beetje - een recalcitrant mannetje. Lang haar, shagjes roken (en wat nog meer voor handen kwam) en op ontdekkingsreis in uitgaansland. Met de schoolband schreven we het (protest)lied Jan Modaal: ‘’de grijze gehaktbal waar ik zo van baal.’’


Het afzetten tegen bestaande calvinistische waarden hoorde er zó bij. Ik had er - na de dood van m’n vader - een dagtaak aan. Zoveel jaar na dato sluimeren flarden van dat verzet nog door m’n leven. Daar denk ik aan als m’n vader ter sprake komt.


En ik maar het beeld hebben van een behoudende, conservatieve, rechtlijnige man. Was dat ook zo? In 1953 trouwde Willem Simon Mijnheer met de 21 jaar jongere Alida Rijkeboer. Hij was 42, zij 21. Dat was wat in het Vlissingen van begin jaren vijftig. En dat moet wat geweest zijn toen sportleraar Mijnheer zich meldde op de bovenwoning van de familie Rijkeboer in de Walstraat 104c.


Daar - boven slijterij De Wijnkelder, die daaronder gevestigd was - moest m’n vader met de billen bloot om zijn toekomstige schoonouders, die maar een paar jaar ouder waren dan hij, te overtuigen van zijn liefde voor hun dochter. Daar legde hij uit dat zijn eigen vader overleed toen hij drie was en dat hij zich dwars door de oorlogsjaren heen over zijn moeder ontfermde. Voor andere liefde dan die voor z’n moeder was jarenlang geen plek geweest.


In mijn fantasie hoor ik hem praten - alsof zijn leven er van afhing - tegen de vader van Alida, Sies Rijkeboer (advertentiechef bij de PZC, verderop in de Walstraat). Op een zeker moment rolde Rijkeboer een sigaretje en al rokend kwam het goed. Zo moet het gegaan zijn. In augustus ‘53 trouwde Wim Mijnheer met Alida Rijkeboer.


Bij de PZC op kantoor, in de winkel van Fibbe, tijdens rondjes over de Nieuwendijk en de boulevard is er over gesproken toen. Dat kan niet anders. Man (42) trouwt vrouw/meisje (21). Niemand had daar een mening over…maak dat de kat wijs. Hij ging werken op de Zeevaartschool als ‘’leraar lichamelijke opvoeding’’. Honderden Zeevaartscholieren (‘’blikken’’) trokken in de loop der jaren aan hem voorbij:


‘’Onze sportleraar was de heer Mijnheer, een heel aardige man die heel vriendschappelijk met ons op trok. Zijn bijnaam was meneer Kwadraat (meneer meneer) en menig nieuwe leerling kende hem alleen bij die naam wat soms tot pijnlijke situaties leidde als de door hem naar de directeur werd verwezen en tegen de heer Brouwer zei dat de heer Kwadraat je had gestuurd.


De school had toen nog geen eigen sportaccommodaties zodat wij vaak aan het strand bij de Nolle sport hadden.


Vlissingen had nog geen zwembad en zwemmen deed men toen in het kanaal. De eerste dag van het zwemseizoen was meen ik 1 april. En die dag had onze klas de primeur het eerste lesuur zwemles te hebben. Het was berekoud en wij weigerden allemaal om het water in te gaan waarop de hele klas zich bij de directeur moest melden.


Voor straf moesten wij allemaal de volgende dag om zes uur ’s ochtends zwemmen of anders kon je je koffer pakken en naar huis gaan.


De volgende ochtend, het was nog hartstikke donker en zelfs nog kouder dan de dag ervoor, waren wij om zes uur al allemaal in het water en deden alsof het helemaal niet koud was en hadden alle lol van de wereld. Ik weet niet voor wie het de meeste straf was. Onze kostbazen waren er in elk geval niet blij mee want zij moest ook extra vroeg uit de veren en meneer Mijnheer en nog een andere leraar die in dikke jassen gehuld moesten controleren of wij er allemaal wel waren zullen er ook niet bepaald bij hebben staan juichen. ’’


In de jaren negentig werd ik op straat nog wel eens aangesproken door wildvreemden: ‘’Mag ik u wat vragen. U lijkt zó op iemand die ik vroeger kende. Mijn oude sportleraar. Ik dacht even: is hij het? Maar dat kan helemaal niet. U bent veel jonger.’’ Waarop ik zei dat ik ‘de zoon van’ was en dat mijn vader al jaren daarvoor was overleden.


Deze week dook er een foto van hem op. Uit 1958. Zó was hij in het jaar van mijn geboorte. Zie hem zitten. Misschien wel veel minder rechtlijnig en conservatief dan ik me ooit voorstelde. In 1976 liet hij het leven, maar tot op de dag van vandaag deel van míjn leven: Kwadraat…


8 views0 comments

Comments


bottom of page